
Handelingen 2, 3-6
Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de
Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de
Evangelie Mt. 5, 38-42 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand.
Evangelie Joh. 19,25-34 In die tijd stonden bij Jezus’ kruis zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena.
Evangelie Joh. 14, 15-16.23b-26 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouÂden. Dan zal de Vader
Evangelie Joh. 17, 20-26 In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader niet alleen voor mijn leerlingen bid Ik, maar
Evangelie Joh. 16, 29-33 In die tijd zeiden de leerlingen tot Jezus: ‘Kijkt, nu spreekt Gij onomwonden en gebruikt geen enkel beeld. Nu zien wij
Toen de dag van Pinksteren aanbrak, waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak
In die dagen stond Petrus op te midden van de broeders – er was een groep van ongeveer honderdtwintig personen bijeen – en sprak: “Mannen
Evangelie Joh. 10,1-10 In die tijd zei Jezus: ‘Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi
Copyright 2019 – Radio Maria vzw