19/04/2024 ✝ vrijdag in de derde paasweek

Lezingen
Heilige van de dag

H. Ursmarus

Evangelielezing

Lezing

Hymne

751

Psalmen

1070

Lauden

Hymne

355

Psalmen

1073

KS

446

Middaggebed

Hymne

764

Psalmen

1078

KS

427

Vespers

Hymne

748

Psalmen

1082

KS

447

Completen

Hymne

683

Psalmen

1208

H. Ursmarus

bisschop

gedachtenis*

Ursmarus werd geboren te Floyon bij Avesnes. Als monnik werd hij eerst abt in de abdij van Lobbes waarvan hij de kerk wijdde op 26 augustus 697; later werd hij bisschop gewijd en trok al predikend door heel Vlaanderen. Hij stierf te Lobbes op 18 april 713.

Openingstekst

Apok. 5 12

Het Lam dat geslacht werd
is waardig macht te ontvangen,
glorie en wijsheid, kracht en eerbetoon.
Alleluia.

Eerste lezing

Hand. 9, 1-20
Die man is mijn uitverkoren werktuig om mijn Naam uit te dragen onder de heidenen.

Uit de Handelingen van de Apostelen

In die dagen ging Saulus,
die in ziedende woede
de leerlingen van de Heer met de dood bedreigde,
naar de hogepriester
aan wie hij brieven vroeg voor de synagogen in Damascus,
om alle aanhangers van de nieuwe leer die hij daar zou vinden,
mannen zowel als vrouwen,
gevangen naar Jeruzalem te mogen voeren.
Toen hij op zijn tocht Damascus naderde
omstraalde hem plotseling een licht uit de hemel.
Hij viel ter aarde
en hoorde een stem die hem zei:
„Saul, Saul,
waarom vervolgt gij Mij?”
Hij sprak:
„Wie zijt gij Heer?”
Hij antwoordde:
„Ik ben Jezus,die gij vervolgt.
Maar sta op en ga de stad in;
daar zal iemand u zeggen wat ge doen moet.”
Zijn reisgezellen stonden sprakeloos,
want zij hoorden wel de stem maar zagen niemand.
Saulus stond van de grond op,
maar hoewel zijn ogen open waren zag hij niets.
Zij namen hem dus bij de hand
en brachten hem Damascus binnen.
Drie dagen lang kon hij niet zien en at en dronk hij niet.
Nu woonde er in Damascus een leerling die Ananias heette
en tot hem sprak de Heer in een visioen:
„Ananías.”
Hij antwoordde:
„Hier ben ik, Heer.”
De Heer vervolgde:
„Begeef u naar de Rechte Straat
en vraag in het huis van Judas naar Saulus van Tarsus;
hij is juist in gebed.”
Deze zag reeds in een visioen
een man, Ananias, binnenkomen
en hem de handen opleggen opdat hij weer zou zien.
Maar Ananias wierp tegen:
„Heer, ik heb van velen gehoord
hoeveel kwaad die man
uw heiligen in Jeruzalem heeft aangedaan.
Ook hier heeft hij van de hogepriesters volmacht
om allen die uw Naam aanroepen in boeien te slaan.”
De Heer beval hem:
„Ga,
want die man is mijn uitverkoren werktuig
om mijn Naam uit te dragen onder heidenen en koningen
en onder de zonen van Israël.
Ik zal hem laten zien
hoeveel hij om mijn Naam moet lijden.”
Toen begaf Ananías zich naar het huis,
trad binnen
en legde Saulus de handen op met de woorden
„Saul, broeder,
de Heer heeft mij gezonden,
Jezus die u op de weg hierheen verschenen is,
opdat ge weer zien moogt
en vervuld moogt worden van de heilige Geest.”
Op hetzelfde ogenblik
vielen hem als het ware de schellen van de ogen.
Hij zag weer
en terstond liet hij zich dopen.
Hij nam voedsel tot zich
en kwam weer op krachten.
Enige tijd bleef hij bij de leerlingen in Damascus.
Terstond begon hij in de synagoge Jezus te prediken en zei:
„Deze is de Zoon Gods.”

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 117 (116), 1, 2

R:       Gaat uit over de hele wereld
en verkondigt het Evangelie (Mc. 16, 15).
of:
Alleluia.

Looft nu de Heer, alle naties der aarde,
huldigt de Heer, alle volken rondom;
omdat Hij bij ons zijn goedheid getoond heeft;
de trouw van de Heer houdt in eeuwigheid stand.

Vers voor het Evangelie

Joh. 10, 27

Alleluia.
Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
zegt de Heer,
en Ik ken ze en ze volgen Mij.
Alleluia.

Evangelie

Joh. 6, 52-59
Mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank.

De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.

In die dagen geraakten de Joden met elkaar in twist en zeiden:
„Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?”
Jezus sprak daarop tot hen:
„Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u,
als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet
en zijn bloed niet drinkt,
hebt gij het leven niet in u.
wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt
heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.
want mijn vlees is echt voedsel
en mijn bloed is echte drank.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt
blijft in Mij en Ik in hem.
Zoals Ik door de Vader die leeft gezonden ben
en leef door de Vader,
zo zal ook hij die Mij eet leven door Mij.
Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald.
Het is niet zoals bij de vaderen
die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn
wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.”

Dit zei Jezus
bij zijn onderricht in de synagoge van Kafarnaüm.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Communievers

De Heer die werd gekruisigd,
is uit de doden opgestaan en heeft ons verlost. Alleluia.

Een reactie achterlaten