
Handelingen 2, 37-41
Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: “Wat moeten we doen, mannen broeders?” Petrus gaf hun
Toen zij dit hoorden, waren zij diep getroffen en zeiden tot Petrus en de overige apostelen: “Wat moeten we doen, mannen broeders?” Petrus gaf hun
Mannen broeders, ik mag wel vrijuit tot u zeggen van de aartsvader David, dat hij gestorven en begraven is; we hebben immers zijn graf bij
Mannen van Israël, luistert naar deze woorden: Jezus de Nazoreeër was een man wiens zending tot u van Godswege bekrachtigd is. Gij kent immers zelf
Petrus trad naar voren met de elf en verhief zijn stem om het woord tot hen te richten: “Gij allen, joodse mannen en bewoners van
Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: “Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons
Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de
Evangelie Mt. 5, 38-42 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Gij hebt gehoord dat er gezegd is: Oog om oog, tand om tand.
Evangelie Joh. 19,25-34 In die tijd stonden bij Jezus’ kruis zijn moeder, de zuster van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas en Maria Magdalena.
Evangelie Joh. 14, 15-16.23b-26 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als gij Mij liefhebt, zult ge mijn geboden onderhouden. Dan zal de Vader
Evangelie Joh. 17, 20-26 In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader niet alleen voor mijn leerlingen bid Ik, maar
Copyright 2019 – Radio Maria vzw