16 mei 2025 ✝ Vrijdag in de 4e week van Pasen

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

751

Psalmen

1171

Lauden

Hymne

752

Psalmen

1177

KS

464

Middaggebed

Hymne

764

Psalmen

1181

KS

427

Vespers

Hymne

748

Psalmen

1185

KS

465

Completen

Hymne

682

Psalmen

1211

Eerste lezing

Hand. 13,26-33

In die dagen, toen Paulus te Antiochië in Pisidië gekomen was, zei hij in de synagoge: Mannen, broeders,
zonen uit Abrahams geslacht en godvre­zenden onder u: tot ons is dit woord van verlossing gezonden.
Want doordat de inwoners van Jeruzalem en hun overheden Hem niet erkend maar veroordeeld hebben,
deden zij de uitspraken van de profeten, die elke sabbat worden voorgelezen, in vervulling gaan.
Ofschoon ze geen enkele rechtsgrond voor de doodstraf konden vinden, hebben ze van Pilatus geeist dat Hij ter dood gebracht werd.
Toen ze alles hadden voltrok­ken wat over Hem geschreven staat, namen ze Hem van het kruishout en legden Hem in een graf.
Maar God wekte Hem uit de doden op
en gedurende vele dagen verscheen Hij aan degenen die Hem van Galilea naar Jeruzalem hadden vergezeld. Dezen zijn nu getuigen van Hem voor het volk.
Wij dan verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan,
voor ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus te doen verrijzen, zoals ook geschreven staat in de tweede psalm: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt.

Antwoordpsalm

Psalmen 2,6-7.8-9.10-11

Ik zelf heb mijn koning aangesteld
op Sion, mijn heilige berg.
Dit is het besluit van de Heer:
Hij sprak tot mij; gij zijt mijn zoon,
lk heb u heden verwekt.

Vraag Mij, Ik geef u de volken als erfdeel,
schenk U de aarde als eigendom.
Breek hun verzet met ijzeren scepter,
sla hen in stukken als potten van klei.

Weest nu verstandig, gij vorsten
heersers der aarde, weet wat gij doet.
Dient de Heer met ontzag,
kust Hem bevend de voeten.

Evangelie

Joh. 14,1-6

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.
In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden.
En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben.
Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.’
Tomas zei tot Hem: ‘Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?’
Jezus antwoordde hem: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.