6 mei ✝ maandag in de zesde paasweek

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

751

Psalmen

900

Lauden

Hymne

355

Psalmen

903

KS

436

Middaggebed

Hymne

764

Psalmen

907

KS

414

Vespers

Hymne

748

Psalmen

910

KS

437

Completen

Hymne

683

Psalmen

1205

 

 

Openingstekst

Rom. 6, 9

Christus is uit de doden opgestaan,
Hij kan niet meer sterven;
de dood heeft geen macht meer over Hem. Alleluia.

Openingsriten

In de naam van de Vader
en de Zoon
en de heilige Geest.
allen: Amen.

De genade van de Heer Jezus Christus,
de liefde van God
en de gemeenschap van de heilige Geest
zij met u allen.
allen: De Heer zal u bewaren.  ofwel: En met uw geest.

ofwel:
De Heer zal bij u zijn.
De bisschop zegt: Vrede zij u.
ofwel:
De Heer zij met u.
allen: De Heer zal u bewaren.

ofwel:
Genade zij u
en vrede van God onze Vader
en van de Heer Jezus Christus.
allen: De Heer zal u bewaren. ofwel: En met uw geest.

ofwel:
allen: Gezegend zij God,
de Vader van onze Heer Jezus Christus.

Broeders en zusters,
belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God
om de heilige eucharistie goed te kunnen vieren.

Na een korte stilte belijden allen:
Ik belijd voor de almachtige God,
en voor u allen,
dat ik gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote schuld.
Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd,
alle engelen en heiligen,
en u, broeders en zusters,
voor mij te bidden tot de Heer, onze God.

Moge de almachtige God zich over ons ontfermen,
onze zonden vergeven
en ons geleiden tot het eeuwig leven.
allen: Amen.

Heer, ontferm U over ons.
allen: Heer, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons.
allen: Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons.
allen: Heer, ontferm U over ons.

Openingsgebed

Laat ons bidden.

Barmhartige God,
doe ons ondervinden dat hetgeen wij op Pasen vieren
voor ons te allen tijde vruchtbaar is.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U leeft en heerst
in de eenheid van de heilige Geest,
God, door de eeuwen der eeuwen.
allen: Amen.

Eerste lezing

Hand. 16, 11-15
De Heer maakt het hart van een godvrezende vrouw ontvankelijk voor wat door Paulus gezegd werd.

Uit de Handelingen van de Apostelen

Wij – Paulus en Silas –
voeren af van Troas en koersten eerst naar Samotráke,
de volgende dag naar Neápolis
en vandaar naar Filippi,
een stad in het eerste district van Macedonië en een kolonie.
In die stad bleven we enkele dagen.
Op de sabbat begaven we ons buiten de poort
naar de rivieroever, waar we dachten dat een bedehuis was.
Wij zetten ons neer
en spraken de vrouwen toe die er bijeengekomen waren.
Ook een zekere Lydia hoorde toe,
die uit de stad Tyatíra kwam en purperen stoffen verkocht.
Zij was een godvrezende
en de Heer maakte haar hart ontvankelijk
voor wat door Paulus gezegd werd.
Nadat zij en haar huisgenoten gedoopt waren
nodigde ze ons uit en zei:
„Als ge van oordeel zijt
dat ik werkelijk in de Heer geloof,
komt dan in mijn huis
en neemt daar uw intrek.”
En zij drong er bij ons sterk op aan.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps.149, 1-2, 3-4, 5-6a, 9b

R:       Onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.
of:
Alleluia.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zijn lof weerklinke te midden der zijnen.
Israël juiche zijn Schepper toe,
laat Sions zonen hun koning begroeten.

Looft zijn Naam in een heilige dans,
bespeelt voor Hem harp en citer.
Want onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.

Jubelt dus, heiligen, om uw triomf,
viert feest in uw legerplaatsen.
Gaat met het lied van God in uw mond,
een taak die zijn vromen tot eer strekt.

Vers voor het Evangelie

Alleluia.
Christus stond op uit het graf,
Hij die voor ons stierf op een kruis.
Alleluia.

Almachtige God,
zuiver mijn hart en mijn lippen,
sterk mij om uw evangelie in eerbied te verkondigen.

Evangelie

Joh. 15, 26-16, 4a
De Geest der waarheid zal over Mij getuigenis afleggen.

De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
„Wanneer de Helper komt
die Ik u van de Vader zal zenden,
de Geest der waarheid die van de Vader uitgaat,
zal Hij over Mij getuigenis afleggen.
Maar ook gij moet getuigen,
want vanaf het begin zijt gij bij Mij.
Dit heb Ik u gezegd opdat gij niet ten val komt.
Zij zullen u uit de synagoge bannen.
Ja, er komt een tijd
dat ieder die u doodt zal menen
een daad van godsverering te stellen.
Zij zullen dat doen
omdat zij noch de Vader noch Mij erkend hebben.
Dit heb Ik u gezegd
opdat, wanneer de tijd hiervan aanbreekt,
gij u zoudt herinneren dat Ik het u gezegd heb.”

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Een reactie achterlaten