Lezing
Hymne
1577
Psalmen
1579
Lauden
Hymne
1495
Psalmen
780
KS
1582
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
1108
KS
1584
Vespers
Hymne
1495
Psalmen
1587
KS
1589
Completen
Hymne
682
Psalmen
1203
Kerkwijding van de basiliek van Laterenen
De verjaardag van de inwijding van de door keizer Constantijn gebouwde Lateraanse basiliek wordt sedert de 12e eeuw op deze dag gevierd. Deze herdenking was aanvankelijk beperkt tot de stad Rome; later werd zij – ter ere van de basiliek die moeder en hoofd van alle kerken in Rome en in de gehele wereld wordt genoemd – over de gehele Romeinse ritus uitgebreid, als een teken van liefdevolle verbondenheid met de Stoel van Petrus waarop degene zetelt die – naar het woord van de heilige Ignatius van Antiochië – het hoofd is van de gehele liefdesbond.
Eerste lezing
Ez. 47, 1-2. 8-9. 12
In die dagen bracht een engel mij naar de ingang van de tempel des Heren. En daar zag ik onder de drempel water opwellen en in oostelijke richting stromen; de voorzijde van de tempel ligt immers op het oosten. Het water stroomde eerst zuidwaarts langs de muur en dan langs de zuidkant van het altaar. Hij leidde mij door de noordpoort buitenom naar de oostelijke buitenpoort en rechts daarvan kwam het water weer te voorschijn.
En de engel zei: “Dit water stroomt door het oostelijk deel van het land naar de Araba, mondt uit in de Zoutzee en maakt het water van de zee gezond. De rivier brengt leven overal waar hij stroomt; het wemelt er van dieren. De zee zit vol vis, want de rivier die erin uitmondt, maakt het water gezond. Overal waar hij stroomt, is volop leven. Aan beide oevers van de rivier groeien allerlei vruchtbomen; hun bladeren verdorren niet en ze zijn nooit zonder vruchten. Elke maand dragen ze vruchten, omdat het water dat ze voedt, uit het heiligdom komt. De vruchten zijn eetbaar en de bladeren hebben geneeskracht.”
Antwoordpsalm
Psalmen 46 (45), 2-3, 5-6, 8-9
Refrein:
Een klaterend beekje verkwikt Gods stad,
het heilig verblijf van de Allerhoogste.
De Heer is voor ons een vesting en toevlucht,
een machtige hulp in de nood.
Zo zijn wij niet bang, al kantelt de aarde,
al vallen de bergen in zee.
Een klaterend beekje verkwikt Gods stad,
het heilig verblijf van de Allerhoogste.
Die stad staat onwrikbaar, want God is daarbinnen,
God staat haar terzij als de dag begint.
De Heer van de hemelse legers is met ons,
een veilige burcht is ons Jakobs God.
Komt nader en ziet wat de Heer heeft gedaan,
zijn wondere werken op aarde.
Tweede lezing
1 Kor. 3, 9b-11. 16-17
Broeders en zusters,
Gij zijt Gods bouwwerk. Naar de mij gegeven genade heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd waarop een ander voortbouwt. Maar laat iedereen toezien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat er reeds ligt, namelijk Jezus Christus.
Gij weet toch dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt zal God hem te gronde richten. Want de tempel van God is heilig en die tempel zijt gij.
Evangelie
Joh. 2, 13-22
Toen het paasfeest der Joden nabij was ging Jezus op naar Jeruzalem. In de tempel trof Hij de verkopers aan van runderen, schapen en duiven en ook de geldwisselaars die daar zaten. Hij maakte van touwen een gesel, dreef ze allemaal uit de tempel, ook de schapen en de runderen; het kleingeld van de wisselaars veegde Hij van de tafels en Hij wierp die omver. En tot de duivenhandelaars zei Hij: “Weg met dit alles! Maakt van het huis van mijn Vader geen markthal!” Zijn leerlingen herinnerden zich dat er geschreven staat: De ijver voor uw huis zal mij verteren. De Joden richtten zich tot Hem met de woorden: “Wat voor teken kunt Gij ons laten zien dat Gij dit doen moogt?” Waarop Jezus hun antwoordde: “Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen.” Maar de Joden merkten op: “Zesenveertig jaar is aan deze tempel gebouwd; zult Gij hem dan in drie dagen doen herrijzen?” Jezus echter sprak over de tempel van zijn lichaam. Toen Hij dan ook verrezen was uit de doden herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden in de Schrift en in het woord dat Jezus gesproken had.





