3 november 2025 ✝ Maandag in de 31e week door het jaar

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

700

Psalmen

1011

Lauden

Hymne

701

Psalmen

1014

KS

1017

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1018

KS

1021

Vespers

Hymne

703

Psalmen

1022

KS

1024

Completen

Hymne

682

Psalmen

1205

Eerste lezing

Rom. 11, 29-36

Broeders en zusters,
God kent geen berouw over zijn genadegaven noch over zijn roeping. Zoals gij eertijds aan God ongehoorzaam zijt geweest maar thans, dank zij de ongehoorzaamheid van Israël ontferming hebt gevonden, zo is Israël op haar beurt ongehoorzaam geworden, opdat nu ook zij erbarming zou vinden ten gevolge van de u betoonde ontferming. heeft God allen in ongehoorzaamheid opgesloten om allen in te sluiten in zijn ontferming.
O onpeilbare rijkdom van Gods wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Wie kent de gedachte des Heren? Wie is zijn raadsman geweest? Wie kan vergoeding eisen voor wat hij God heeft gegeven? Want uit Hem en door Hem en voor Hem zijn alle dingen. Hem zij de glorie in eeuwigheid! Amen.

Antwoordpsalm

Psalmen 69 (68), 30-31. 33-34. 36-37

Ik ga gebogen onder mijn smart;
God, laat uw hulp mij beschermen.
Gods Naam zal ik loven in mijn gezang,
hem dankbaar overal prijzen.

Ziet toe, geringen, en weest verheugd,
schept moed, gij allen die God zoekt.
God luistert naar wat een arme Hem vraagt,
vergeet zijn gevangenen niet.

Want God zal Sion verlossen,
Hij bouwt Juda’s steden weer op.
Zijn dienaren zullen er wonen,
er leven op eigen bezit.
Hun kroost zal het land weer erven,
Gods Naam zal in ere zijn.

Evangelie

Lc. 14, 12-14

In die tijd zei Jezus tot de Farizeeër die Hem aan tafel had genodigd: “Wanneer gij een middag- of avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden, broers en bloedverwanten uit en ook geen rijke buren. Het zou kunnen zijn dat zij op hun beurt u uitnodigen en dat gij het dus terugkrijgt. Maar als ge een gastmaal geeft, nodig dan armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn omdat zij het u niet kunnen vergelden. Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.”