18 mei 2025 ✝ 5e zondag van Pasen

Lezingen



2e zondag van Pasen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

751

Psalmen

776

Lauden

Hymne

752

Psalmen

780

KS

469

Middaggebed

Hymne

764

Psalmen

784

KS

434

Vespers

Hymne

748

Psalmen

787

KS

471

Completen

Hymne

682

Psalmen

1203

5e zondag van Pasen

Eerste lezing

Hand. 14,21b-27

In die dagen keerden Paulus en Barnabas terug naar Lystra, Ikonium en Antiochië.
Daar bevestigden zij de leerlingen in hun goede gesteld­heid, spoorden hen aan in het geloof te volharden
en zeiden dat wij door vele kwellingen het Rijk Gods moeten binnen­gaan.
In elke gemeente stelden zij na gebed en vasten oudsten voor hen aan
en vertrouwden hen toe aan de Heer, in wie zij nu geloofden.
Zij reisden door Pisidië naar Pamfylië,
predikten het woord in Perge en bereikten Attalia.
Daar gingen ze scheep naar Antiochië, vanwaar zij, aan Gods genade aanbevolen,
waren uitgegaan naar het werk dat zij volbracht hadden.
Na hun aankomst riepen zij de gemeente bijeen en vertel­den alles
wat God met hun medewerking tot stand had gebracht
en hoe Hij voor de heidenen de poort van het geloof had geopend.

Antwoordpsalm

Psalmen 145(144),8-9.10-11.12-13ab.

De Heer is vol liefde en medelijden,
lankmoedig en zeer goedgunstig.
De Heer is bezorgd voor iedere mens,
barmhartig voor al wat Hij maakte.

Uw werken zullen U prijzen, Heer,
uw vromen zullen U loven.
Zij roemen de glorie van uw heerschappij,
uw macht verkondigen zij.

Zij maken uw kracht aan de mensen bekend,
de pracht van uw Koninkrijk.
Uw Rijk is een rijk voor alle eeuwen,
uw heerschappij geldt voor ieder geslacht.

Tweede lezing

Openb. 21,1-5a

Ik Johannes zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel
en de eerste aarde waren verdwenen, en ook de zee bestond niet meer.
En de heilige Stad, het Nieuw-Jeruzalem, zag ik neerdalen van God uit de hemel,
toegerust als een bruid, die voor haar man is getooid.
En ik hoorde van de Troon een machtige stem en ze sprak: Zie, de Woonstede Gods
bij de mensen: Hij zal zijn Tent bij hen spannen. Zij zullen zijn volk zijn, Hij: God met hen!
Elke traan wist Hij weg uit hun ogen; En nooit zal de dood er meer zijn,
geen rouw, geen geween en geen smart; Want het vroegere is voorbij!
En Die op de Troon is gezeten, sprak: Zie, Ik maak alles nieuw!

Evangelie

Joh. 13,31-33a.34-35

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem.
Als God in Hem verheer­lijkt is, zal God ook Hem in zichzelf verheerlij­ken, ja, Hij zal Hem spoedig verheerlijken.
Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn.
Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben.
Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.’