Lezing
Hymne
1609
Psalmen
1144
Lauden
Hymne
1613
Psalmen
1146
KS
1614
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
1150
KS
1153
Vespers
Hymne
1618
Psalmen
1154
KS
1621
Completen
Hymne
682
Psalmen
1208
H. Josafat
bisschop en martelaar
Josafat werd omstreeks 1580 uit orthodoxe ouders in de Oekraïne geboren. Na zijn overgang tot de rooms-katholieke kerk trad hij in de kloosterorde van de basilianen. Als priester en later als bisschop van Polock zette hij zich bijzonder in voor de eenheid van de kerk. Door tegenstanders overvallen, stierf hij als martelaar in 1623.
Eerste lezing
Wijsh. 6, 1-11
Hoort, koningen, en luistert, gij die heel de aarde bestuurt, geeft acht. Luistert, gij, die over velen heerst, die groot gaat op de menigten die u dienen. Uw macht hebt gij ontvangen van de Heer, uw heerschappij van de Allerhoogste: Hij zal uw daden nagaan en uw plannen onderzoeken. Want hoewel gij zelf zijn dienaars zijt en Hij uw koning, hebt gij toch niet met rechtvaardigheid geoordeeld, niet de wet onderhouden, niet gewandeld overeenkomstig Gods wil! Tot uw grote ontzetting zal Hij spoedig tegen u optreden, want hooggeplaatsten wacht een streng oordeel. De ondergeschikte immers ondervindt erbarming, de hooggeplaatste daarentegen wordt streng gestraft. De Heer van alles hoeft niemand te ontzien, en Hij is voor geen macht beducht; Hij is immers de schepper van groot en klein, en draagt gelijkelijk zorg voor allen. Ja, de machtige wacht een streng onderzoek! Tot u dus, vorsten, richt ik mijn woorden, opdat gij wijs moogt worden en niet ten val komt. Wie het heilige heilig behandelen, worden geheiligd: en wie van mij leren, kunnen verantwoording geven. Luistert dus gretig naar mijn woorden, hoort ze verlangend aan en laat u beleren.
Antwoordpsalm
Psalmen 82(81), 3-4, 6-7
Refrein:
Verschijn, God, om recht te spreken op aarde.
Komt op voor de zwakke, verdedigt de wees,
doet recht aan geringen en armen.
Bevrijdt de verdrukte en helpt de misdeelde,
ontrukt hem aan de hartvochtige hand.
Ik heb u tot godheden aangesteld,
tot zonen gemaakt van de Allerhoogste.
Maar sterven zult ge als iedere mens,
gij valt zoals koningen vallen.
Evangelie
Lc. 17, 11-19
Op zijn reis naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. Toen Hij een dorp binnenging kwamen Hem tien melaatsen tegemoet; zij bleven op een grote afstand staan en riepen luidkeels: “Jezus, Meester, ontferm U over ons!” Hij zag hen en sprak: “Gaat u laten zien aan de priesters.” En onderweg werden ze gereinigd. Een van hen keerde terug toen hij zag dat hij genezen was, en hij verheerlijkte God met luide stem. Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus’ voeten neer, en deze man was een Samaritaan. Hierop vroeg Jezus: “Zijn niet alle tien gereinigd? Waar zijn dan de negen anderen? Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?” En Hij sprak tot hem: “Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered.”





