Lezing
Hymne
755
Psalmen
996
Lauden
Hymne
756
Psalmen
999
KS
518
Middaggebed
Hymne
764
Psalmen
1003
KS
434
Vespers
Hymne
753
Psalmen
1007
KS
519
Completen
Hymne
683
Psalmen
1203
7e zondag van Pasen
Eerste lezing
Hand. 7, 55-60.
In die dagen staarde Stefanus, vervuld van de heilige Geest, naar de hemel
en zag Gods heerlijkheid en Jezus staande aan Gods rechterhand;
en hij riep uit: ‘Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand.’
Maar zij begonnen luidkeels te schreeuwen, stopten hun oren toe en stormden als een man op hem af.
Zij sleepten hem buiten de poort en stenigden hem.
De getuigen legden hun mantels neer aan de voeten van een jongeman die Saulus heette.
Terwijl zij Stefanus stenigden, bad hij: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest.’
Toen viel hij op zijn knieën en riep met luider stem: ‘Heer, reken hun deze zonde niet aan.’
Na deze woorden ontsliep hij.
Antwoordpsalm
Psalmen 97(96),1.2b.6.7b.9.
De Heer is koning, de aarde mag juichen,
blij zijn de landen rondom de zee.
recht en gerechtigheid dragen zijn troon.
De hemel verkondigt zijn heiligheid
en alle volken aanschouwen zijn glorie.
Die beelden aanbidden worden beschaamd,
zij die op hun afgoden groot gaan.
Voor Hem werpen alle goden zich neer.
Want heel de aarde staat onder uw macht,
Gij zijt de hoogste der goden
Tweede lezing
Openb. 22,12-14.16-17.20.
Ik Johannes hoorde een stem, die tot mij sprak: ‘Zie, Ik kom spoedig;
mijn loon breng Ik mee om ieder te vergelden naar werk.
Ik ben de Alfa en Omega, De Eerste en de Laatste, het Oorsprong en het Einde!
Zalig zij die hun klederen rein wassen. Zij zullen recht krijgen op de boom des levens, en door de poorten mogen ingaan in de Stad.
Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden om u deze openbaringen aangaande de Kerken
bekend te maken. Ik ben de wortel uit het geslacht van David, de stralende Morgenster!
De Geest en de Bruid zeggen: ‘Kom!’ Laat wie het hoort, zeggen: ‘Kom!’
Wie dorst heeft, hij kome! Wie wil, neme het water des levens, om niet!
Hij, die dit alles waarborgt, spreekt: ‘Ja, Ik kom spoedig!’ Amen. Kom Heer Jezus!’
Evangelie
Joh. 17, 20-26.
In die tijd sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad: Heilige Vader
niet alleen voor mijn leerlingen bid Ik, maar ook voor hen die door hun woord in Mij geloven,
opdat zij allen een mogen zijn zoals Gij, Vader, in Mij en Ik in U:
dat ook zij in Ons mogen zijn opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Ik heb hun de heerlijkheid gegeven, die Gij Mij geschonken hebt,
opdat zij een zijn zoals Wij een zijn:
Ik in hen en Gij in Mij, opdat zij volmaakt een zijn en de wereld zal erkennen,
dat Gij Mij hebt gezonden en hen hebt liefgehad, zoals Gij Mij hebt liefgehad.
Vader, Ik wil dat zij die Gij Mij gegeven hebt met Mij mogen zijn waar Ik ben, opdat zij mijn heerlijkheid mogen aanschouwen,
die Gij Mij gegeven hebt, daar Gij Mij lief hebt gehad voor de grondvesting van de wereld.
Rechtvaardige Vader, al heeft de wereld U niet erkend, Ik heb U erkend,
en dezen hier hebben erkend dat Gij Mij gezonden hebt.
Uw naam heb Ik hun geopenbaard en Ik zal dit blijven doen, opdat de liefde
waarmee Gij Mij hebt liefgehad, in hen moge zijn en Ik in hen.’