Dertigdaags Gebed tot Sint-Jozef
Ter ere van de 30 jaar die hij met Jezus en Maria doorbracht
Eeuwig gezegende en glorierijke Jozef, vriendelijke en liefdevolle vader, en behulpzame vriend van allen in verdriet! U bent de goede vader en beschermer van wezen, de verdediger van de weerlozen, de patroon van hen in nood en verdriet. Kijk genadig neer op mijn verzoek. Mijn zonden hebben de rechtvaardige toorn van mijn God over mij afgeroepen, en daarom ben ik omringd door ongeluk. Tot u, liefdevolle beschermer van de Heilige Familie van Nazareth, wend ik mij voor hulp en bescherming.
Luister, ik smeek u, met vaderlijke zorg naar mijn oprechte gebeden en verkrijg voor mij de gunst die ik vraag.
Ik vraag het u door de oneindige barmhartigheid van de eeuwige Zoon van God, die Hem ertoe bewoog onze natuur aan te nemen en in deze wereld van verdriet geboren te worden.
Ik vraag het u door de vermoeidheid en het lijden die u ondervond toen u geen onderkomen vond in de herberg van Bethlehem voor de Heilige Maagd, noch een plaats waar de Zoon van God geboren kon worden. U moest de Koningin van de Hemel toestaan de Verlosser van de wereld in een grot ter wereld te brengen.
Ik vraag het u door de lieflijkheid en kracht van die heilige Naam, Jezus, die u aan het aanbiddelijke Kind gaf.
Ik vraag het u door de pijn die u voelde bij de profetie van de heilige Simeon, die aankondigde dat het Kind Jezus en Zijn heilige Moeder toekomstige slachtoffers zouden zijn van onze zonden en van hun grote liefde voor ons.
Ik vraag het u door uw verdriet en zielenpijn toen de engel u vertelde dat het leven van het Kind Jezus werd bedreigd. U moest vluchten met Hem en Zijn Heilige Moeder naar Egypte. Ik vraag het u door al het lijden, de vermoeidheid en de gevaren van die lange en gevaarlijke reis.
Ik vraag het u door al uw zorg om het Heilig Kind en Zijn Onbevlekte Moeder te beschermen tijdens uw terugreis naar uw vaderland. Ik vraag het u door uw vreedzaam leven in Nazareth, waar u zoveel vreugde en verdriet beleefde.
Ik vraag het u door uw grote ongerustheid toen het aanbiddelijke Kind drie dagen voor u en Zijn Moeder verloren was. Ik vraag het u door uw vreugde toen u Hem in de Tempel terugvond, en door de troost die u vond in Nazareth, terwijl u leefde in het gezelschap van het Kind Jezus. Ik vraag het u door de wonderlijke onderwerping die Hij toonde in Zijn gehoorzaamheid aan u.
Ik vraag het u door de volmaakte liefde en overgave die u toonde bij het aanvaarden van het goddelijke bevel om uit dit leven te vertrekken, en de troost van Jezus en Maria te verlaten. Ik vraag het u door de vreugde die uw ziel vervulde toen de Verlosser van de wereld, triomferend over dood en hel, Zijn koninkrijk binnenging en u daarin met bijzondere eer binnenleidde.
Ik vraag het u door Maria’s glorierijke Tenhemelopneming en door het eeuwige geluk dat u met haar deelt in de aanwezigheid van God.
O goede vader! Ik smeek u, door al uw lijden, verdriet en vreugde, verhoor mij en verkrijg voor mij wat ik vraag. (Noem hier uw intenties of denk eraan.)
Verkrijg voor allen die mij om gebed hebben gevraagd alles wat nuttig voor hen is in het plan van God. En tenslotte, mijn dierbare patroon en vader, wees bij mij en allen die mij dierbaar zijn op ons stervensuur, zodat wij voor eeuwig mogen zingen:
JEZUS, MARIA EN JOZEF
“Een vlekkeloos leven, Sint-Jozef,
mogen wij leiden,
door uw vriendelijke voorspraak
van gevaar bevrijd.”