Evangelie Lc 6, 36-38 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Weest barmhartig, zoals uw Vader barmhar­tig is. Oordeelt niet, dan zult ge niet

Evangelie Mt. 7, 7-12 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Vraagt en u zal gegeven worden; zoekt en ge zult vinden; klopt en

Evangelie Mt. 25,31-46 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Wan­neer de Mensenzoon komt in zijn heerlijkheid en vergezeld van alle engelen, dan zal

Evangelie Lc 9, 22-25 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: ‘De Mensenzoon,’ zo sprak Hij, ‘moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters

Evangelie Mt. 6, 1-6; 16-18 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Denkt er om: beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de

Zo werden de hemel en de aarde voltooid, en alles waarmee ze toegerust zijn.  Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht

En God sprak: `Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen op de hele aardbodem aan u, en alle bomen met zaaddragende vruchten; zij zullen u tot

Evangelie Mc. 5,1-20 In die tijd kwamen Jezus en zijn leerlingen aan de overkant van het meer in het land van de Gerasenen. Nauwelijks was

God sprak: `Het land moet levende wezens voortbrengen van allerlei soort: tamme dieren, kruipende dieren en wilde beesten van allerlei soort.’ Zo gebeurde het.  God

Evangelie Mc. 9, 41-50 In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als iemand u een beker water te drinken geeft omdat gij van Christus