Lezing
Hymne
727
Psalmen
883
Lauden
Hymne
729
Psalmen
886
KS
25
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
891
KS
5
Vespers
Hymne
725
Psalmen
895
KS
26
Completen
Hymne
682
Psalmen
1203
Eerste lezing
Jes. 11,1-10
Op die dag
zal een twijg ontspruiten aan de stronk van Jesse
en een scheut uit zijn wortels zal vrucht dragen.
Op hem zal de geest van de Heer rusten,
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van raad en sterkte,
een geest van kennis en vreze des Heren;
hij ademt vreze des Heren.
Hij zal geen oordeel vellen naar uiterlijke schijn,
geen uitspraak doen op grond van geruchten;
hij zal de armen met gerechtigheid oordelen,
hij zal met rechtvaardigheid beslissen voor de nederigen van de aarde,
hij zal de aarde slaan met de roede van zijn mond,
en met de adem van zijn lippen zal hij de boosdoener doden.
Gerechtigheid zal de riem om zijn lendenen zijn,
trouw de riem om zijn heupen.
De wolf zal huizen met het lam,
en de panter zal zich neervlijen naast het bokje,
het kalf en het leeuwenjong verzadigen zich samen:
een kleine jongen kan ze hoeden.
De koe en de beer zullen grazen,
samen zullen hun jongen neerliggen;
en de leeuw zal stro eten als het vee.
De zuigeling zal bij het hol van de giftige slang spelen,
de peuter zal zijn hand uitstrekken naar het nest van de adder.
Niemand zal kwaad doen en schade berokkenen
op heel mijn heilige berg,
want de kennis van de Heer zal de hele aarde vervullen,
zoals het water de zeebodem bedekt.
Op die dag zal de wortel van Jesse opgericht staan
als een banier voor de volken,
de naties zullen Hem zoeken
en zijn rustplaats zal glorierijk zijn!
Antwoordpsalm
Ps. 72 (71), 1-2. 7-8. 12-13. 17 (R. vgl. 7)
R. In zijn dagen zal rechtvaardigheid bloeien,
overvloedige vrede tot in eeuwigheid.
God, laat de koning uw recht spreken,
geef de zoon van de koning uw rechtvaardigheid.
Hij zal uw volk rechtvaardig besturen
en rechtspreken over uw armen. R.
In zijn dagen zal rechtvaardigheid bloeien,
vrede in overvloed, tot er geen maan meer is.
En heersen zal hij van zee tot zee,
van de Rivier tot aan de einden van de aarde. R.
Hij redt de misdeelde die om hulp smeekt,
de arme die geen helper heeft.
Wie behoeftig en misdeeld is, toont hij erbarmen,
de misdeelden redt hij het leven. R.
Laat zijn naam voor eeuwig blijven,
en voortleven zolang de zon zal schijnen.
Alle volken zullen zich om hem gezegend noemen
en zullen hem gelukkig prijzen. R.
Tweede lezing
Rom. 15, 4-9
Broeders en zusters,
Alles wat eertijds werd opgeschreven,
werd opgeschreven tot onze lering,
opdat wij door de volharding en door de vertroosting van de Schriften
hoop zouden hebben.
De God van de volharding en de vertroosting
verlene u ook de eensgezindheid naar het voorbeeld van Christus Jezus,
opdat gij eensgezind als uit één mond
de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.
Daarom, aanvaardt elkaar,
zoals ook Christus u heeft aanvaard tot verheerlijking van God.
Ik bedoel dit:
Christus is dienaar geworden van de besnedenen omwille van Gods trouw,
opdat Hij de beloften aan de vaderen zou bevestigen
en opdat de heidenen God zouden verheerlijken
omwille van zijn barmhartigheid,
zoals geschreven staat:
“Daarom zal ik U belijden bij de heidenen
en uw Naam met psalmen bezingen.”
Evangelie
Mt. 3, 1-12
In die dagen kwam Johannes de Doper
en verkondigde in de woestijn van Judea:
“Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij.”
Deze toch is het die de profeet Jesaja bedoelde, toen hij zei:
“De stem van een roepende in de woestijn:
‘Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht.’”
Deze Johannes nu droeg een kleed van kameelhaar
met een leren riem om zijn middel.
Zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing.
Toen liep Jeruzalem, heel Judea en heel de Jordaanstreek naar hem uit
en zij lieten zich door hem dopen in de rivier de Jordaan,
terwijl zij hun zonden beleden.
Maar toen hij vele Farizeeën en Sadduceeën naar zijn doopsel zag komen,
zei hij tot hen:
“Addergebroed, wie heeft u voorgespiegeld,
dat ge de komende toorn kunt ontvluchten?
Brengt dus vruchten voort die passen bij bekering,
en meent niet dat gij bij uzelf kunt zeggen: ‘Wij hebben Abraham tot vader.’
Want ik zeg u: God kan uit deze stenen kinderen voor Abraham verwekken!
Reeds ligt de bijl aan de wortel van de bomen.
Elke boom dus die geen goede vrucht draagt,
wordt omgekapt en in het vuur geworpen.
Ik doop u met water, opdat ge u zoudt bekeren.
Maar Hij die na mij komt, is sterker dan ik,
en ik ben niet waardig zijn sandalen te nemen.
Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.
De wan heeft Hij in zijn hand en Hij zal zijn dorsvloer grondig reinigen;
zijn tarwe zal Hij in de schuur verzamelen,
maar het kaf verbranden in onblusbaar vuur.”





