Lezing
Hymne
720
Psalmen
981
Lauden
Hymne
721
Psalmen
983
KS
986
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
988
KS
990
Vespers
Hymne
691
Psalmen
992
KS
995
Completen
Hymne
682
Psalmen
1201
Eerste lezing
Kol. 1, 21-23
Broeders en zusters,
Ook gij waart eertijds van God vervreemd
en Hem vijandig gezind
en uw daden waren slecht.
Maar thans heeft God u met zich verzoend
in Christus’ sterfelijk lichaam,
door zijn dood,
want Hij wil dat gij als heilige mensen,
zonder smet of blaam
voor Hem zult verschijnen.
Maar dan moet gij ook vast en onwrikbaar blijven in het geloof
en u niet laten afbrengen van de hoop
die u in het evangelie is aangezegd.
Dit is de boodschap
die aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is
en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden.
Antwoordpsalm
Psalmen 54 (53), 3-4, 6, 8
Refrein:
God is het, die mij helpt.
God, sta mij bij met uw Naam,
kom voor mij op met uw macht.
Luister, o God, naar mijn bede,
hoor wat mijn mond U zegt.
God is het, die mij helpt,
de Heer die mijn leven bewaart.
Offeren zal ik U van harte,
prijzen, o Heer, uw weldadige Naam.
Evangelie
Lc. 6, 1-5
Eens ging Jezus op een sabbat door de korenvelden
en om te eten plukten zijn leerlingen aren,
die ze met hun handen uitwreven.
Sommige Farizeeën vroegen:
“Waarom doet ge iets dat op sabbat niet mag?”
Jezus gaf hun ten antwoord:
“Hebt ge dan niet gelezen wat David deed,
toen hij en zijn metgezellen honger kregen?
Hoe hij het huis van God binnenging,
de toonbroden nam en opat
en er ook van gaf aan zijn metgezellen,
terwijl toch alleen de priesters daarvan mogen eten?”
En Hij voegde er aan toe:
“De Mensenzoon is Heer van de sabbat.”