Lezing
Hymne
1656
Psalmen
1191
Lauden
Hymne
1355
Psalmen
1193
KS
1356
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
1197
KS
1200
Vespers
Hymne
691
Psalmen
772
KS
1357
Completen
Hymne
682
Psalmen
1209
HH. Joachim en Anna
Ouders van de heilige maagd Maria
Onder deze namen, die teruggaan op een oude traditie van de 2e eeuw, zijn de ouders van de heilige maagd Maria bekend. Reeds in de 6e eeuw werd de heilige Anna in het Oosten vereerd, vanwaar deze devotie zich in de 10e eeuw verbreidde naar het Westen. De verering van de heilige Joachim is van jongere datum (17e eeuw).
Eerste lezing
Ex. 24, 3-8
In die dagen kwam Mozes terug en stelde het volk in kennis
van alle woorden en bepalingen van de Heer.
Eenstemmig betuigde het volk:
“Alle woorden die de Heer tot ons gesproken heeft
zullen wij onderhouden.”
Daarop stelde Mozes alle woorden van de Heer op schrift.
De volgende morgen
bouwde hij aan de voet van de berg een altaar
en stelde twaalf wijstenen op,
naar de twaalf stammen van Israël.
Toen gaf hij jonge Israëlieten de opdracht,
stieren op te dragen als brand- en slachtoffers voor de Heer.
Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen,
terwijl hij de andere helft uitgoot over het altaar.
Toen nam hij het verbondsboek
en las dit voor aan het volk.
En zij verzekerden:
“Alles wat de Heer zegt zullen wij doen en ter harte nemen.
” Vervolgens nam Mozes het bloed,
sprenkelde dat over het volk en sprak:
“Dit is het bloed van het verbond dat God de Heer,
op grond van al deze woorden, met u sluit.”
Antwoordpsalm
Psalmen 50 (49), 1-2, 5-6, 14-15
Refrein:
Brengt de Heer het offer van uw lof.
De Heer, de God der goden, spreekt,
Hij roept de aarde van het oosten tot het westen.
Zijn luister schittert van de Sion, de volschone,
Hij nadert, onze God, en zwijgt niet meer.
Brengt allen hier die Mij zijn toegewijd,
die met een offer mijn verbond bekrachtigd hebben.
De hemelen betuigen zijn gerechtigheid:
het is God zelf, die oordeelt.
Brengt liever God het offer van uw lof,
volbrengt de Allerhoogste uw geloften.
Dan moogt ge in verdrukking tot Mij roepen;
Ik zal u redden als ge Mij vereert.
Evangelie
Mt. 13, 24-30
In die tijd hield Jezus de menigte deze gelijkenis voor:
“Het Rijk der hemelen
gelijkt op een man die op zijn akker goed zaad had gezaaid,
maar terwijl de mensen sliepen kwam zijn vijand,
zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen.
Toen de halmen opgeschoten waren en vrucht hadden gezet,
was ook het onkruid te zien.
Nu gingen de knechten naar hun meester en zeiden hem:
Heer, ge hebt toch goed zaad op uw akker gezaaid?
Hoe komt het dan dat er onkruid op staat?
Hij antwoordde hun:
Dat is het werk van een vijand.
De knechten zeiden tot hem:
Wilt ge dan dat we het bijeengaren?
Maar hij zei:
Neen, ik ben bang dat ge
wanneer ge het onkruid bijeengaart,
de tarwe mee uittrekt.
Laat beide samen opgroeien tot de oogst,
en met de oogsttijd zal ik de maaiers zeggen:
Haalt eerst het onkruid bijeen
en bindt het in bussels om te verbranden,
maar slaat de tarwe op in mijn schuur.”