20 april 2025 ✝ Paaszondag

Lezingen



Paaszondag – Verrijzenis van de Heer

Evangelielezing

Lezing

Hymne

/

Psalmen

/

Lauden

Hymne

355

Psalmen

780

KS

356

Middaggebed

Hymne

752

Psalmen

784

KS

358

Vespers

Hymne

359

Psalmen

360

KS

362

Completen

Hymne

682

Psalmen

1203

Pasen

Verrijzenis van de Heer

Eerste lezing

Hand. 10, 34a.37-43

In die tijd nam Petrus het woord en sprak:
U weet wat er in heel het Joodse land is gebeurd, hoe het begon in Galilea, hoe God, na de doop waartoe Johannes opriep, Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij. Wij zijn de getuigen van alles wat hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem. Zeker, ze hebben hem gedood door hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft hem op de derde dag weer tot leven gewekt en hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met hem gegeten en gedronken hebben nadat hij uit de dood was opgestaan. Hij heeft ons opgedragen daarvan getuigenis af te leggen en aan het volk bekend te maken dat hij het is die door God is aangesteld als rechter over de levenden en de doden. Van hem getuigen alle profeten dat iedereen die in hem gelooft door zijn naam vergeving van zonden krijgt.’

Antwoordpsalm

Psalmen 118(117),1-2.16ab-17.22-23

Loof de Heer, want Hij is goed,
eindeloos is zijn erbarmen.
Herhaalt het, stammen van Israël
eindeloos is zijn erbarmen!

de hand van de Heer was machtig.
de hand van de Heer was machtig.
Ik zal niet sterven, maar blijven leven
en alom verhalen het werk van de Heer.

De steen die de bouwers hebben versmaad,
die is tot hoeksteen geworden.
Het is de Heer, die dit heeft gedaan,
een wonder voor onze ogen.

Tweede lezing

Kol. 3, 1-4

Broeders en zusters, Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt,
streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God.
Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is.
U bent immers gestorven, en uw leven ligt met Christus verborgen in God.
En wanneer Christus, uw leven, verschijnt, zult ook u, samen met hem, in luister verschijnen.

Evangelie

Joh. 20, 1-9

Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena, vroeg in de morgen ‑ het was nog donker ‑ bij het graf en zag dat de steen van het graf was weggerold.
Zij liep snel naar Simon Petrus en naar de andere, de door Jezus beminde leerling, en zei tot hen: ‘Ze hebben de Heer uit het graf genomen en wij weten niet waar ze Hem hebben neergelegd.’
Daarop gingen Petrus en de andere leerling op weg naar het graf. Ze liepen samen vlug voort, maar die andere leerling snelde Petrus vooruit en kwam het eerst bij het graf aan. Vooroverbukkend zag hij de zwachtels liggen, maar hij ging niet naar binnen. Simon Petrus die hem volgde, kwam ook bij het graf en trad wel binnen. Hij zag dat de zwachtels er lagen, maar dat de zweetdoek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de zwachtels lag, maar ergens afzonderlijk opgerold op een andere plaats.
Toen pas ging ook de andere leerling die het eerst bij het graf was aangekomen, naar binnen; hij zag en geloofde, want zij hadden nog niet begrepen hetgeen er geschreven stond, dat Hij namelijk uit de doden moest opstaan.