19 september 2025 ✝ Vrijdag in de 24e week door het jaar

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

716

Psalmen

1174

Lauden

Hymne

717

Psalmen

1177

KS

1180

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1181

KS

1184

Vespers

Hymne

718

Psalmen

1185

KS

1187

Completen

Hymne

682

Psalmen

1210

Eerste lezing

1 Tim. 6, 2c-12

Dierbare,
zo moet gij leren en vermanen.
Wie een afwijkende leer verkondigt
en zich niet houdt
aan de gezonde beginselen van onze Heer Jezus Christus
en aan de leer van onze godsdienst,
is een verwaand mens
zonder werkelijke wetenschap,
maar met een ziekelijke belangstelling
voor twistvragen en woordenstrijd.
Hieruit kan niets anders voortkomen dan afgunst,
onenigheid, gelaster, achterdocht en eindeloze discussies,
het werk van mensen wier geest verward is
en van de waarheid verstoken.
Zij zien in de godsvrucht een bron van inkomsten.
Nu brengt de godsvrucht ongetwijfeld grote winst,
maar alleen voor hem die tevreden is met wat hij heeft.
Want wij hebben in deze wereld niets meegebracht
en kunnen er ook niets uit meenemen.
Als wij voedsel en kleding hebben, moet ons dat genoeg zijn.
Zij die zich willen verrijken, vallen in verzoeking
en in de strik van allerlei dwaze en kwalijke begeerten,
die een mens in verderf en ondergang storten.
Want de geldzucht is de wortel van alle kwaad.
Door deze hartstocht zijn sommigen al van het geloof afgedwaald
en hebben zich afgemarteld met kwellingen zonder tal.
Gij echter, man Gods, moet dit alles mijden.
Streef naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding, zachtmoedigheid.
Strijd de goede strijd van het geloof,
grijp het eeuwige leven.
Daartoe zijt gij geroepen, daartoe hebt gij de goede belijdenis afgelegd
ten overstaan van vele getuigen.

Antwoordpsalm

Psalmen 49 (48), 6-7, 8-10, 17-18, 19-20

Refrein:
Zalig de armen van geest,
want aan hen behoort het Rijk der hemelen (Mt. 5, 3).

Waarom zou ik vrezen voor slechte tijden,
wanneer ik door booswichten word belaagd?
Door mensen die rekenen op hun rijkdom
en die zich beroemen op hun bezit.

Er is toch geen mens die zich vrij kan kopen,
zijn eigen losgeld betalen aan God?
Te hoog is de prijs voor een eeuwig leven,
nooit is er genoeg om de dood te ontgaan.

Verlies dus de moed niet wanneer iemand rijk wordt,
wanneer in zijn huis de weelde steeds groeit.
Hij zal als hij dood gaat niets mee kunnen nemen,
zijn rijkdommen gaan niet met hem in het graf.

Al prijst hij zich tijdens zijn leven gelukkig:
je bent te benijden, het gaat je goed;
toch moet hij zich eens bij zijn vaderen voegen,
die nooit meer het licht van de zon zullen zien.

Evangelie

Lc. 8, 1-3

In die tijd trok Jezus predikend rond
door stad en dorp
en verkondigde de Blijde Boodschap van het Rijk Gods.
De twaalf vergezelden Hem
en ook enkele vrouwen,
die van boze geesten en ziekten verlost waren:
Maria, die Magdalena wordt genoemd,
uit wie zeven duivels waren weggegaan,
Johanna, de vrouw van Herodes’ rentmeester Chuzas,
Susanna en vele anderen, die uit eigen middelen voor hen zorgden.