19 juli 2025 ✝ Zaterdag in de 15e week door het jaar

Lezingen

Evangelielezing

Lezing

Hymne

720

Psalmen

1085

Lauden

Hymne

721

Psalmen

1089

KS

1091

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1092

KS

1095

Vespers

Hymne

691

Psalmen

1096

KS

1098

Completen

Hymne

682

Psalmen

1201

Eerste lezing

Ex. 12, 37-42

In die dagen vertrokken de Israëlieten
vanuit Ramses in de richting Sukkot,
en het aantal mannen die zelf liepen
– de kinderen dus niet meegerekend –
bedroeg ongeveer zeshonderdduizend.
Ook veel vreemdelingen trokken met hen mee
en dan nog grote kudden kleinvee en runderen.
Zij bakten ongezuurde koeken van het deeg
dat ze meegenomen hadden uit Egypte;
dit was nog niet gezuurd.
Zij waren immers uit Egypte weggejaagd
zonder dat hun respijt werd gelaten en zelfs
zonder dat ze voor proviand hadden kunnen zorgen.
Het verblijf van de Israëlieten in Egypte
had vierhonderddertig jaar geduurd.
Juist op de dag dat deze vierhonderddertig jaar verstreken waren
trokken al de legerscharen van de Heer weg uit Egypte.
De Heer waakte die nacht om hen uit Egypte weg te voeren.
Daarom waken alle Israëlieten deze nacht voor de Heer,
al hun geslachten door.

Antwoordpsalm

Psalmen 136 (135), 1, 23-24, 10-12, 13-15

Refrein:
Dankt de Heer om zijn goedheid,
want eeuwig is zijn genade.
Of: Alleluia

In onze vernedering denkt Hij aan ons,
want eeuwig is zijn genade.
Van al onze vijanden rukt Hij ons los,
want eeuwig is zijn genade.

Egypte sloeg Hij in zijn eerstelingen,
want eeuwig is zijn genade.
Israël voerde Hij weg uit dat land,
want eeuwig is zijn genade.
Met krachtige hand en gestrekte arm,
want eeuwig is zijn genade.

Splijten deed Hij de Rode Zee,
want eeuwig is zijn genade.
Israël voerde Hij veilig er door,
want eeuwig is zijn genade.
Farao wierp Hij in zee met zijn leger,
want eeuwig is zijn genade.

Evangelie

Mt. 12, 14-21

In die tijd verlieten de Farizeeën de synagoge
en smeedden plannen om Jezus uit de weg te ruimen.
Maar omdat Jezus dit wist trok Hij vandaar weg.
Velen volgden Hem, en Hij genas ze allen.
Hij drukte hun echter op het hart Hem niet bekend te maken,
opdat in vervulling zou gaan
het woord door de profeet Jesaja gesproken:
Zie, mijn Dienaar die Ik heb verkoren,
mijn Welbeminde, in wie mijn ziel behagen vond.
Ik zal mijn geest op Hem doen rusten,
Gods Wet zal Hij verkondigen aan de volkeren.
Hij zal twisten noch schreeuwen
en op straat zal men zijn stem niet horen.
Een geknakt riet zal Hij niet breken
en een smeulende vlaspit niet doven,
voordat Hij Gods Wet ter overwinning heeft gevoerd,
en op zijn Naam zullen de volkeren hopen.