14 september 2025 ✝ Feest van de Kruisverheffing

Lezingen



Kruisverheffing

Evangelielezing

Lezing

Hymne

1417

Psalmen

1414

Lauden

Hymne

1417

Psalmen

780

KS

1418

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1003

KS

1420

Vespers

Hymne

1420

Psalmen

1421

KS

1423

Completen

Hymne

682

Psalmen

1203

Kruisverheffing

Op deze feestdag van het kruis van de Heer gaan onze gedachten uit naar Golgota, waar Christus’ voorzegging werd vervuld: ‘De Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat een ieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben’ (Joh. 3; 14). Maar deze verheffing is ook het begin van de verheerlijking: na zich vernederd te hebben tot de kruisdood, is Jezus door de Vader hemelhoog verheven. Op deze dag zien wij gelovig op naar de Gekruisigde die alle mensen tot zich trekt. In dit opzien naar het kruis ligt ook de oorsprong van dit feest: aan de viering van de inwijding van de heilig Grafkerk te Jeruzalem (13 september 335) was de plechtigheid verbonden van het tonen van het heilig Kruis, dat ter verering werd opgeheven, zoals thans no gin onze kerken geschiedt op Goede Vrijdag.

Eerste lezing

Num. 21, 4-9

Van de berg Hor trokken de Israëlieten
in de richting van de Rietzee,
want zij wilden om Edom heentrekken.
Maar onderweg werd het volk ongeduldig.
Het keerde zich tegen God
en tegen Mozes:
“Hebt gij ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn?
“Er is geen brood,
er is geen water
en dat minderwaardige eten staat ons tegen.”
Toen zond de Heer giftige slangen op het volk af.
Deze beten de Israëlieten
en velen van hen vonden de dood.
Nu kwam het volk naar Mozes en zei:
“Wij hebben gezondigd,
want wij hebben ons tegen de Heer en tegen u gekeerd.
Bid de Heer,
dat hij die slangen van ons wegneemt.”
Toen bad Mozes voor het volk
en de Heer zei tot hem:
“Maak zo’n giftige slang
en zet die op een paal.
Iedereen die gebeten is en ernaar opziet,
zal in leven blijven.”
Mozes maakte een bronzen slang
en zette die op een paal.
Ieder die door een slang was gebeten
en zijn ogen op de bronzen slang richtte,
bleef in leven.

Antwoordpsalm

Psalmen 78 (77), 1-2, 34-35, 36-37, 38

Refrein:
Laten wij nooit vergeten wat God heeft gedaan.

Luister, mijn volk, naar mijn onderrichting,
open uw oren voor wat Ik u zeg.
Een wijze les zal Ik u verhalen
die in het verleden verborgen ligt.

Zij zochten Hem enkel wanneer Hij hen sloeg,
dan zochten zij Hem rouwmoedig;
dan wisten ze weer dat de Heer hun rots was,
de Allerhoogste hun redder.

Maar met hun mond bedrogen zij Hem,
zij logen Hem voor met hun tong;
want innerlijk waren zij niet oprecht,
geloofden niet in zijn verbond.

Toch was Hij barmhartig, vergaf hun zonden
en roeide hen niet geheel uit.
Telkens opnieuw bedwong Hij zijn toorn
en hield Hij zijn gramschap in toom.

Tweede lezing

Fil. 2, 6-11

Broeders en zusters,
Hij die bestond in goddelijke majesteit
heeft zich niet willen vastklampen
aan de gelijkheid met God.
Hij heeft zichzelf ontledigd
en het bestaan van een slaaf op zich genomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden.
En als mens verschenen
heeft Hij zich vernederd
door gehoorzaam te worden tot de dood,
tot de dood aan een kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven
en Hem de naam verleend,
die boven alle namen is.
Opdat bij het noemen van zijn naam,
zich iedere knie zou buigen
in de hemel, op aarde en onder de aarde;
en iedere tong zou belijden,
tot eer van God de Vader:
Jezus Christus is de Heer.

Evangelie

Joh. 3, 13-17

In die tijd zei Jezus tot Nikodemus:
“Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen,
tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald,
de Mensenzoon.
En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.”