Lezing
Hymne
727
Psalmen
792
Lauden
Hymne
729
Psalmen
795
KS
7
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
799
KS
8
Vespers
Hymne
725
Psalmen
803
KS
9
Completen
Hymne
682
Psalmen
1205
Eerste lezing
Jes. 2, 1-5
Visioen wat Jesaja, de zoon van Amos, gezien heeft betreffende Juda en Jeruzalem. Op het einde der dagen zal de berg van ’s Heren tempel oprijzen boven alle bergen en uitsteken boven alle heuvels. Alle volkeren zullen erheen stromen en talloze naties erheen trekken. En zij zullen zeggen: Kom, laat ons optrekken naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jakob’s God. Hij zal ons zijn wegen wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen. Want uit Sion komt de Wet, het woord van de Heer uit Jeruzalem. Oordelen zal Hij de volkeren, rechtspreken over de talloze naties. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot sikkels. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander, noch zullen zij zich bekwamen in de strijd. Huis van Jakob, kom, laat ons wandelen in het licht van de Heer.
Antwoordpsalm
Psalmen 122 (121), 1-2, 3-4a, 8-9
Refrein:
Hoe blij was ik, toen men mij riep:
wij trekken naar Gods huis!
Hoe blij was ik, toen men mij riep:
wij trekken naar Gods huis!
Nu mag mijn voet, Jeruzalem,
uw poorten binnen treden.
Jeruzalem, ommuurde stad,
zo dicht opeen gebouwd:
naar U trekken de stammen op,
de stammen van Gods volk.
Terwille van mijn broeders en mijn makkers
wens ik u vrede toe;
terwille van het huis van onze God
bid ik voor u om zegen.
Evangelie
Mt. 8, 5-11
In die tijd toen Jezus in Kafarnaüm aangekomen was, kwam een honderdman naar Hem toe die zijn hulp inriep met de woorden: “Heer, mijn knecht ligt verlamd in mijn huis en lijdt vreselijk pijn.” Hij sprak tot hem: “Ik zal hem komen genezen.” Maar de honderdman antwoordde: “Heer, ik ben het niet waard dat Gij onder mijn dak komt; maar een enkel woord van U is voldoende om mijn knecht te doen genezen. Want al ben ik zelf een ondergeschikte, ik heb weer manschappen onder mij; en tot de een zeg ik: ga, en hij gaat; en tot een ander: kom, en hij komt; en aan mijn knecht: doe dit, en hij doet het.” Toen Jezus dit hoorde stond Hij verwonderd en zei tot hen die Hem volgden: “Voorwaar, Ik zeg u: Bij niemand in Israël heb Ik een zó groot geloof gevonden. Ik zeg u, dat velen uit het oosten en het westen zullen komen en met Abraham en Isaäk en Jakob zullen aanzitten in het Rijk der hemelen.”





