Lezing
Hymne
693
Psalmen
882
Lauden
Hymne
697
Psalmen
886
KS
890
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
891
KS
893
Vespers
Hymne
699
Psalmen
894
KS
898
Completen
Hymne
682
Psalmen
1203
H. Ignatius van Loyola
priester
(gedachtenis)
Ignatius werd in 1491 in Loyola in het Baskenland geboren. Vóór zijn bekering verbleef hij aan het koninklijk hof en was hij in het leger. In Parijs voltooide hij zijn theologische studies en kreeg daar zijn eerste volgelingen die hij later te Rome verenigde in een religieuze gemeenschap, bekend als het gezelschap van Jezus. Hij oefende een vruchtbaar apostolaat uit door zijn geschriften en door de vorming van leerlingen die zich zeer verdienstelijk maakten voor de kerkelijke vernieuwing. Hij stierf te Rome in het jaar 1556.
Openingstekst
Ps. 70 (69), 2 en 6
God, kom mij redding brengen, Heer, haast U met uw hulp.
Gij zijt mijn helper en bevrijder, God, stel uw komst niet uit.
Eerste lezing
Pred. 1, 2; 2, 21-23
Wat heeft de mens aan al zijn geploeter?
Uit het boek Prediker
IJdelheid der ijdelheden, zegt Prediker,
ijdelheid der ijdelheden, en alles is ijdelheid!
Er zijn mensen die zich aftobben en inspannen
met wijsheid en kennis van zaken,
maar wat ze verdienen, moeten ze afgeven aan anderen,
die zich niet inspanden.
Ook dat is ijdelheid en grote onbillijkheid.
Wat heeft een mens tenslotte aan al zijn geploeter,
en aan de zorgen waarmee hij zich op aarde kwelt?
Alle dagen bereiden hem leed, en ergernis is zijn loon;
zelfs ’s nachts vindt hij geen rust;
ook dat is ijdelheid.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 95 (94) 1-2, 6-7, 8-9
R: Luistert heden naar Gods stem:
Weest niet halsstarrig zoals weleer.
Komt, laat ons de Heer met gejubel begroeten,
juichen wij toe de Rots van ons heil.
Laat ons verschijnen voor Hem met een lofzang,
Hem met liederen eren.
Komt, laat ons aanbiddend ter aarde vallen,
neerknielen voor Hem die ons schiep.
Hij is onze God en wij zijn volk,
Hij is de herder en wij zijn kudde.
Luistert heden dan naar zijn stem:
weest niet halsstarrig als eens in Meriba.
Waar uw vaderen Mij wilden tarten
ofschoon zij mijn daden hadden gezien.
Tweede lezing
Kol. 3, 1 -5. 9- 11
Zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Kolosse
Broeders en zusters,
Als gij met Christus ten leven zijt gewekt
zoekt wat boven is,
daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods.
Zint op het hemelse, niet op het aardse.
Gij zijt immers gestorven
en uw leven is nu met Christus verborgen in God.
Christus is uw leven,
en wanneer Hij verschijnt
zult gij ook met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Maakt dus radicaal een einde aan immorele praktijken,
ontucht, onzedelijkheid, hartstocht, begeerlijkheid
en de hebzucht die gelijk staat met afgoderij.
En beliegt elkaar niet meer.
Gij hebt de oude mens met zijn gedragingen afgelegd
en u bekleed met de nieuwe mens,
die op weg is naar het ware inzicht,
terwijl hij zich vernieuwt naar het beeld van zijn Schepper.
Dan is er geen sprake meer van Griek of Jood,
besnedene of onbesnedene,
barbaar of Skyth,
van slaaf of vrije mens.
Daar is alleen Christus,
alles in allen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Vers voor het Evangelie
Joh. 15, 15b
Alleluia.
Ik heb u vrienden genoemd, zegt de Heer,
want Ik heb u alles meegedeeld
wat Ik van de Vader heb gehoord.
Alleluia.
Evangelie
Lc. 12. 13-21
Alleluia.
En al die voorzieningen, die je getroffen hebt, voor wie zijn die dan?
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei iemand uit het volk tegen Jezus:
„Meester, zeg aan mijn broer dat hij de erfenis met mij deelt.”
Maar Jezus antwoordde hem:
„Man, wie heeft Mij tot rechter of verdeler over u aangesteld?”
En Hij sprak tot hem:
„Pas op en wacht u voor alle hebzucht!
„Want geen enkel bezit, – al is dit nog zo overvloedig –
kan uw leven veilig stellen.”
Hij vertelde hun de volgende gelijkenis:
„Het land van een rijk man had een grote oogst opgeleverd.
„Daarom overlegde deze bij zichzelf:
Wat moet ik doen?
„Ik heb geen ruimte om mijn oogst te bergen.
„En hij zei:
Dit ga ik doen:
ik breek mijn schuren af en bouw grotere:
daarin zal ik dan heel mijn rijkdom aan koren opbergen.
„Dan zal ik tot mijzelf zeggen:
Man, je hebt een grote rijkdom liggen, voor lange jaren;
rust nu uit,
eet en drink en geniet ervan!
„Maar God sprak tot hem:
Dwaas!
Nog deze nacht komt men je leven van je opeisen;
en al die voorzieningen die je getroffen hebt,
voor wie zijn die dan?
„Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf,
maar niet rijk is bij God.”
Alleluia.
Communievers
Wijsh. 16, 20
Heer, brood uit de hemel hebt Gij ons gegeven,
dat alle goeds in zich bevat en voortreffelijk is van smaak!