28 september ✝ Donderdag in de vijfentwintigste week door het jaar

Lezingen
Heilige van de dag

H. Wenceslaus

Evangelielezing

Lezing

Hymne

711

Psalmen

835

Lauden

Hymne

713

Psalmen

838

KS

841

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

842

KS

845

Vespers

Hymne

714

Psalmen

845

KS

849

Completen

Hymne

682

Psalmen

1209

H. Wenceslaus

martelaar

gedachtenis

Wenceslaus werd omstreeks 907 geboren in Bohemen en door zijn grootmoeder in het christelijk geloof opgevoed. Rond 925 nam hij het bestuur van het hertogdom op zich. Bij zijn regering ondervond hij veel moeilijkheden van de kant van zijn onderdanen, die hij tot een christelijke levenswijze wilde bekeren. Op aanstoken van zijn broer Boleslav werd hij in 935 verraderlijk vermoord. Al spoedig werd hij als martelaar vereerd. Hij is de voornaamste patroon van Bohemen.

 

Openingstekst

Zo spreekt de Heer: Ik ben het heil van mijn volk!
Telkens als zij in nood tot Mij roepen, zal Ik hen verhoren.
Ik zal hun Heer zijn voor altijd!

Eerste lezing

Hag. 1, 1-8
Herbouwt het huis van de Heer;
dan zal Ik daarin mijn welbehagen hebben.

Begin van de Profeet Haggai

In het tweede jaar van koning Darius,
in de zesde maand, op de eerste dag van die maand,
werd door de profeet Haggai
het woord van de Heer gericht tot Zerubbabel,
de zoon van Kaltiël, landvoogd van Juda,
en tot de hogepriester Jozua, de zoon van Jehosadak.
Zo spreekt de Heer van de hemelse machten:
„Dit volk denkt, dat de tijd nog niet is gekomen,
de tijd om het huis van de Heer te herbouwen.
„Maar het woord van de Heer,
door de profeet Haggai gesproken, luidt aldus:
„Is het voor u dan wel de tijd
om zelf in uw goed betimmerde huizen te wonen,
terwijl dit huis nog een ruïne is?
„Daarom – zo spreekt de Heer van de hemelse machten –
moet gij eens nadenken over de weg waarop gij u bevindt.
„Gij hebt veel gezaaid, maar ge brengt weinig binnen;
gij eet, maar ge wordt niet verzadigd;
gij drinkt, maar ge wordt er niet vrolijk van;
gij kleedt u, maar ge wordt er niet warm van;
de loonarbeider krijgt zijn loon,
maar in een buidel met een gat!
„Zo spreekt de Heer van de hemelse machten:
Gij moet nadenken over de weg waarop gij u bevindt.
„Gaat het bergland in, haalt daar hout en herbouwt het huis;
dan zal Ik daarin mijn welbehagen hebben
en mijn heerlijkheid tonen, zegt de Heer.”

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 149, 1-2, 3-4, 5-6a, 9b

R: Onze Heer die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.
of: Alleluia.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zijn lof weerklinke te midden der zijnen.
Israël juiche zijn Schepper toe,
laat Sions zonen hun koning begroeten.

Looft zijn Naam in een heilige dans,
bespeelt voor Hem harp en citer.
Want onze Heer, die zijn volk bemint,
omkranst de verdrukte met zegekransen.

Jubelt dus, heiligen, om uw triomf,
viert feest in uw legerplaatsen;
gaat met het lied van God in uw mond,
een taak die zijn vromen tot eer strekt.

Vers voor het Evangelie

Joh. 17, 17b.a

Alleluia.
Uw woord is waarheid, Heer,
wijd ons U toe in de waarheid.
Alleluia.

Evangelie

Lc. 9, 7-9
Herodes zei: Johannes heb ik onthoofd.
Wie kan dat zijn over wie ik dergelijke verhalen hoor?

De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.

In die tijd hoorde de viervorst Herodes alles wat er gebeurde
en hij wist niet wat hij ervan denken moest.
Sommigen immers zeiden: „Johannes is verrezen uit de doden”;
anderen: „Elia is verschenen”;
en weer anderen: „een van de oude profeten is opgestaan”.
Maar Herodes zei:
„Johannes heb ik onthoofd.
„Wie kan dat zijn over wie ik dergelijke verhalen hoor?”
Hij wilde Jezus daarom te zien krijgen.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Communievers

Ps.119 (118), 4-5

Gij hebt ons uw bevelen gegeven,
om ze trouw te volbrengen.
Mogen mijn wegen recht zijn, gericht op wat Gij beschikt.

Een reactie achterlaten