Lezing
Hymne
708
Psalmen
930
Lauden
Hymne
709
Psalmen
933
KS
937
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
938
KS
941
Vespers
Hymne
710
Psalmen
942
KS
945
Completen
Hymne
682
Psalmen
1207
Eerste lezing
Spr. 30, 5-9
Geef mij noch armoe noch rijkdom, maar laat mij eten het brood dat mij is toegemeten.
Uit het Boek der Spreuken
Ieder woord van God is in vuur gelouterd;
voor wie op Hem bouwen is Hij een schild.
Gij moogt aan zijn woorden niets toevoegen,
want dan zou Hij u tot de orde roepen
en zoudt ge voor leugenaar staan.
Heer, twee dingen zijn er, waar ik U om bid;
weiger ze mij niet, tot mijn dood toe
Houd onwaarheid en leugen ver van mij af
en geef mij noch armoe noch rijkdom, maar laat mij eten
het brood dat mij is toegemeten.
Dan loop ik geen kans,
dat ik in mijn overmoed U ga loochenen
en ga zeggen: Wie is de Heer?
En evenmin zal ik uit armoe gaan stelen
en mij aan de naam van mijn God vergrijpen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 119 (118), 29, 72, 89, 101, 104, 163
R: Uw woord, Heer, is een lamp voor mijn voeten.
Gedoog niet dat ik een dwaalweg insla,
maar geef mij uw wet als gids.
De wet uit uw mond is mij meer waard
dan schatten van zilver en goud.
Uw woord, Heer, blijft gelden voor eeuwig,
het staat in de hemel vast.
Van slechte wegen weerhoud ik mijn schreden,
om steeds aan uw woord te voldoen.
Door uw bevelen word ik verstandig
en keer ik mij af van de slechte weg.
Ik haat en verafschuw het onrecht,
uw wet heb ik lief.
Vers voor het Evangelie
Ps.119 (118), 18
Alleluia.
Ontsluit mijn ogen om te aanschouwen, Heer,
de heerlijkheid van uw wet.
Alleluia.
Almachtige God,
zuiver mijn hart en mijn lippen,
sterk mij om uw evangelie in eerbied te verkondigen.
Evangelie
Lc. 9, 1-6
Jezus zond de twaalf uit om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd riep Jezus de twaalf bijeen
en gaf hun macht en gezag over alle boze geesten
en de kracht om ziekten te genezen.
Daarop zond Hij hen uit
om het Rijk Gods te verkondigen en genezingen te verrichten.
En Hij vermaande hen:
„Neemt niets mee voor onderweg
geen stok, geen reiszak, geen voedsel en geen geld;
niemand van u mag dubbele kleding hebben.
„Als ge een huis binnengaat moet ge daar blijven
en ge moet vandaar weer afreizen.
„Als men u ergens niet ontvangt, verlaat dan die stad
en schudt het stof van uw voeten,
als een getuigenis tegen hen.”
Toen gingen ze op weg en trokken van dorp tot dorp,
terwijl zij overal de Blijde Boodschap verkondigden
en genezingen verrichten.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.