Lezing
Hymne
728
Psalmen
1100
Lauden
Hymne
730
Psalmen
1103
KS
74
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
1108
KS
23
Vespers
Hymne
731
Psalmen
76
KS
78
Completen
Hymne
682
Psalmen
1203
Vierde zondag van de advent
Vierde zondag van de advent
Openingstekst
Jes. 45 8
Dauwt, hemelen, uit den hoge;
wolken, laat als een regen de Gerechte neerdalen;
aarde, open u om de Verlosser voort te brengen.
Eerste lezing
2 Sam., 7, 1-5, 8b-11, 16
Het rijk van David zal voor altijd standhouden voor het aanschijn van de Heer.
Uit het tweede boek Samuël
Toen koning David zijn intrek had genomen in zijn paleis
en de Heer gezorgd had
dat al zijn vijanden, in heel de omtrek hem met rust lieten
zei hij tegen de profeet Natan:
„Nu moet u eens zien!
„Zelf woon ik in een paleis van cederhout
en de ark van God staat onder tentdoek!”
Natan zei tot de koning:
„Doe gerust wat u van plan bent;
de Heer staat u bij.”
Maar diezelfde nacht nog
werd het woord van de Heer gericht tot Natan:
„Zeg aan mijn dienaar David:
Zo spreekt de Heer:
Gij wilt voor mij een huis bouwen
en mij daarin laten wonen?
Zo spreekt de Heer,
Heer van de hemelse machten:
Ik heb u uit de steppe gehaald, achter de schapen vandaan
om vorst te zijn over mijn volk Israël.
Op al uw tochten heb ik u bijgestaan,
al uw vijanden heb ik vernietigd,
uw naam heb ik groot gemaakt als die van de groten der aarde.
Ik heb mijn volk Israël een gebied gegeven
en het daar geplant om er te wonen.
Het wordt niet meer opgeschrikt en door geen boosdoeners verdrukt
zoals vroeger,
in de tijd
dat ik over Israël, mijn volk, rechters had aangesteld.
Ik heb gezorgd dat al uw vijanden u met rust laten.
De Heer kondigt u aan
dat hij voor u een huis zal oprichten.
Zo zal uw huis en uw koninklijke macht altijd stand houden;
uw troon staat vast voor eeuwig.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 89 (88), 2-3, 4-5, 27 en 29
R: Uw gunsten, Heer, wil ik bezingen.
Uw gunsten, Heer, wil ik bezingen,
uw trouw verkondigen aan elk geslacht.
Gij hebt gezegd: mijn gunst blijft eeuwig duren,
de hemel is de grondslag van mijn trouw;
Ik heb met David een verbond gesloten,
mijn uitverkoren dienaar met een eed beloofd:
Ik zal uw nageslacht in stand houden voor eeuwig,
in alle tijden blijft uw troon bestaan.
Hij zal mij aanroepen; Gij zijt mijn Vader,
mijn God, de steenrots van mijn heil.
Voor altijd kan hij rekenen op mijn genade,
voor immer blijft mijn bond met hem van kracht.
Tweede lezing
Rom., 16, 25-27
Het geheim dat eeuwenlang verzwegen bleef is nu onthuld.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Rome
Broeders en zusters,
Aan Hem
die bij machte is u te bevestigen
in het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig
– volgens de openbaring van het geheim
dat eeuwenlang verzwegen bleef
maar dat nu is onthuld,
en dat krachtens de opdracht van de eeuwige God
aan de hand van profetische geschriften
aan alle heidenvolken is bekend gemaakt
om hen te brengen tot de gehoorzaamheid van het geloof –
aan Hem, de enige, alwijze God
zij de heerlijkheid door Jezus Christus
in de eeuwen der eeuwen! Amen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Vers voor het Evangelie
Lc., 1, 38
Alleluia.
Zie de dienstmaagd des Heren,
Mij geschiede naar uw woord.
Alleluia.
Evangelie
Lc., 1,26-38
Gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
Toen Elisabeth zes maanden zwanger was
werd de engel Gabriël van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea, Nazaret,
tot een maagd die verloofd was met een man die Jozef heette,
uit het huis van David;
de naam van de maagd was Maria.
Hij trad bij haar binnen en sprak:
„Verheug u, de Heer is met u.”
Zij schrok van dat woord
en vroeg zich af wat die groet toch wel kon betekenen.
Maar de engel zei tot haar:
„Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden bij God.
„Zie, gij zult zwanger worden en een zoon ter wereld brengen
en gij moet Hem de naam Jezus geven.
„Hij zal groot zijn
en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden.
„God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken
en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob
en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.”
Maria echter sprak tot de engel:
„Hoe zal dit geschieden daar ik geen man beken?”
Hierop gaf de engel haar ten antwoord:
„De heilige Geest zal over u komen
en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen;
daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht
heilig genoemd worden, Zoon van God.
„Weet dat zelfs Elisabeth, uw bloedverwante,
in haar ouderdom een zoon heeft ontvangen
en, ofschoon zij onvruchtbaar heette,
is zij nu in haar zesde maand;
want voor God is niets onmogelijk.”
Nu zei Maria:
„Zie de dienstmaagd des Heren;
mij geschiede naar uw woord.”
En de engel ging van haar heen.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Communievers
Jes. 7,14
Zie, de maagd zal ontvangen
en een zoon ter wereld brengen;
zijn naam zal zijn: Immanuël (God-met-ons).
Kerstavond
Kerstmis: Nachtmis
Openingstekst
Ps. 2, 7
De Heer sprak tot Mij:
Gij zijt mijn Zoon. Ik heb U heden verwekt.
Eerste lezing
Jes., 9, 1-3. 5-6
Een Zoon is ons geschonken.
Uit de Profeet Jesaja
Het volk dat wandelt in de duisternis
ziet een helder licht;
een glans straalt over hen
die wonen in het land van doodse duisternis.
Gij hebt hun blijdschap vermeerderd,
hun vreugde vergroot.
Voor uw aanschijn zijn zij vol vreugde,
een vreugde als die om de oogst,
als die van mensen die jubelen bij het verdelen van de buit.
Want het juk dat zwaar op het volk drukte,
de stang op hun schouders,
en de stok van hun drijvers,
Gij hebt ze stuk gebroken als op de dagen van Midjan.
Want een Kind is ons geboren,
een Zoon werd ons geschonken;
Hem wordt de macht op de schouders gelegd
en men noemt Hem:
Wonderbare Raadsman,
Goddelijke Held,
Eeuwige Vader,
Vredevorst.
Een grote macht en een onbeperkte welvaart
zullen toevallen aan Davids troon
en aan zijn koninkrijk,
zodat het gegrondvest zal zijn
en stevig gebouwd op recht en gerechtigheid
van nu af tot in eeuwigheid.
De ijver van de Heer der hemelse machten brengt het tot stand.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 96 (95), 1-2a, 2b-3, 11-12; 13
R: Heden is ons een Redder geboren,
Christus de Heer.
Zingt voor de Heer een nieuw gezang,
zingt voor de Heer, alle landen.
Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn Naam,
verkondigt zijn heil alle dagen.
Meldt aan de naties zijn heerlijkheid,
zijn wondere daden aan alle volken.
Dan straalt de hemel en jubelt de aarde,
de zee neuriet mee met al wat daar leeft;
De velden zwaaien met al hun gewassen,
de woudreuzen buigen hun kruin.
Zij juichen de Heer toe omdat Hij komt,
Hij komt als koning der aarde.
Rechtvaardig zal Hij de wereld regeren,
de volkeren eerlijk en trouw.
Tweede lezing
Tit., 2, 11-14
De genade van God is aan alle mensen verschenen.
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan Titus
Dierbare,
De genade van God,
bron van heil voor alle mensen,
is op aarde verschenen.
Zij leert ons goddeloosheid en wereldse begeerten te verzaken
en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze tijd,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop,
de openbaring van de heerlijkheid
van onze grote God en Heiland Christus Jezus.
Hij heeft zichzelf voor ons gegeven
om ons van alle ongerechtigheid te verlossen
en ons te maken tot zijn eigen volk, gereinigd van zonde,
vol ijver voor alle goeds.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Vers voor het Evangelie
Lc., 2, 10-11
Alleluia.
Ik verkondig u een vreugdevolle boodschap:
heden is u een Redder geboren, Christus de Heer.
Alleluia.
Evangelie
Lc., 2, 1-14
Heden is u een redder geboren.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.
In die dagen kwam er een besluit van keizer Augustus
dat er een volkstelling moest gehouden worden in heel zijn rijk.
Deze volkstelling vond plaats
eer Quirinius landvoogd van Syrië was.
Allen gingen op reis,
ieder naar zijn eigen stad, om zich te laten inschrijven.
Ook Jozef trok op
en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David,
ging hij van Galilea, uit de stad Nazaret
naar Judea: naar de stad van David, Betlehem geheten,
om zich te laten inschrijven,
samen met Maria zijn verloofde die zwanger was.
Terwijl zij daar verbleven
brak het uur aan waarop zij moeder zou worden;
zij bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene.
Zij wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe,
omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.
In de omgeving bevonden zich herders
die in het open veld gedurende de nacht hun kudde bewaakten.
Plotseling stond een engel des Heren voor hen
en zij werden omstraald door de glorie des Heren
zodat zij door grote vrees werden bevangen.
Maar de engel sprak tot hen:
„Vreest niet, want zie,
ik verkondig u een vreugdevolle boodschap
die bestemd is voor heel het volk.
„Heden is u een Redder geboren,
Christus de Heer,
in de stad van David.
„En dit zal voor u een teken zijn:
gij zult het pasgeboren kind vinden in doeken gewikkeld
en liggend in een kribbe.”
Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare,
zij verheerlijkten God met de woorden:
„Eer aan God in den hoge
en op aarde vrede onder de mensen
in wie Hij welbehagen heeft.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Communievers
Joh.1,14
Het Woord is vlees geworden,
en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd.