20 september ✝ Vrijdag in de 24e week door het jaar

Lezingen

Heilige van de dag

{heiligefeest[1]}

Evangelielezing

Lezing

Hymne

1593

Psalmen

1175

Lauden

Hymne

1596

Psalmen

1177

KS

1597

Middaggebed

Hymne

758

Psalmen

1181

KS

1184

Vespers

Hymne

1601

Psalmen

1185

KS

1603

Completen

Hymne

682

Psalmen

1211

HH. Andreas Kim Taegŏn, priester en Paulus Chŏng Hasang, en gezellen, martelaren van Korea

Door de inzet van enige leken is het christelijk geloof eerst in het begin van de zeventiende eeuw doorgedrongen in Korea. Er ontstond een krachtige en vurige gemeenschap zonder herders, die tot aan het jaar 1836 bijna alleen geleid en ondersteund werd door leken. In de loop van dat jaar kwamen de eerste missionarissen, afkomstig uit Frankrijk, heimelijk het land binnen. Uit deze gemeenschap zijn gedurende de vervolgingen in de jaren 1839, 1846 en 1866 honderd en drie heilige martelaren voortgekomen. Onder hen treden op de voorgrond de eerste priester en ijverig herder voor het heil van de mensen, Andreas Kim Taegŏn, en de uitstekende lekenapostel Paulus Chŏng Hasang. De anderen zijn merendeels leken: mannen en vrouwen, gehuwden en ongehuwden, ouderen, jonge mensen en kinderen. Door het ondergaan van de doodstraf hebben zij met het kostbaar bloed van de martelaren het rijke begin van de Koreaanse kerk geheiligd.

Eerste lezing

I Kor. 15, 12-20
Als Christus niet is verrezen is uw geloof zonder grond.

Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Korinte

Broeders en zusters,
Als wij verkondigen dat Christus uit de doden is opgewekt,
hoe kunnen dan sommigen onder u beweren
dat er geen opstanding van de doden bestaat?
Als er geen opstanding van de doden bestaat,
is ook Christus niet verrezen.
En als Christus niet is verrezen,
is onze prediking zonder inhoud en uw geloof zonder grond.
Dan volgt zelfs
dat wij over God een vals getuigenis hebben afgelegd;
want dan hebben wij tegen God in getuigd
dat Hij Christus ten leven heeft gewekt,
wat Hij niet gedaan heeft indien,
zoals zij beweren de doden niet verrijzen.
Want als de doden niet verrijzen, is ook Christus niet verrezen,
en als Christus niet is verrezen
is uw geloof waardeloos en zijt gij nog in uw zonden.
Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn verloren.
Indien wij enkel voor dit leven,
onze hoop op Christus hebben gevestigd
zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen.

Maar zo is het niet!
Christus is opgewekt uit de doden
als eersteling van hen die ontslapen zijn.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.

Antwoordpsalm

Ps. 17(16), 1, 6-7, 8b, 15

R: Uw aanblik, Heer, verzadigt mij als ik ontwaak.

Luister, Heer, want mijn zaak is rechtvaardig,
let op mijn luid geroep.

Wil mijn gebed aanhoren;
mijn lippen bedrieger U niet.

Nu roep ik U aan, want Gij zult mij verhoren,
wend dus uw oor naar mij, hoor naar mijn stem.

Toon mij de grootheid van uw erbarmen,
redder van ieder die vlucht in uw hand.

Verberg mij onder de schuts van uw vleugels,
want ik ben rechtschapen en mag U aanschouwen;
uw aanblik verzadigt mij als ik ontwaak.

Vers voor het Evangelie

I Petr. 1, 25

Alleluia.
Het woord des Heren blijft in eeuwigheid;
en dit woord is de boodschap
die u in het evangelie is verkondigd.
Alleluia.

Almachtige God,
zuiver mijn hart en mijn lippen,
sterk mij om uw evangelie in eerbied te verkondigen.

Evangelie

Lc. 8, 1-3
Vrouwen vergezelden de Heer;
zij zorgden voor Hem uit eigen middelen.

De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas
allen: Lof zij U, Christus.

In die tijd trok Jezus predikend rond door stad en dorp
en verkondigde de Blijde Boodschap van het Rijk Gods.
De twaalf vergezelden Hem
en ook enkele vrouwen
die van boze geesten en ziekten verlost waren:
Maria, die Magdalena wordt genoemd,
uit wie zeven duivels waren weggegaan,
Johanna, de vrouw van Herodes’ rentmeester Chuzas,
Susanna en vele anderen, die uit eigen middelen voor hen zorgden.

Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.