Lezing
Hymne
1417
Psalmen
1414
Lauden
Hymne
1417
Psalmen
780
KS
1418
Middaggebed
Hymne
758
Psalmen
1197
KS
1420
Vespers
Hymne
1420
Psalmen
1421
KS
1423
Completen
Hymne
682
Psalmen
1201
Kruisverheffing
Op deze feestdag van het kruis van de Heer gaan onze gedachten uit naar Calvarië, waar Christus’ voorzegging werd vervuld: De Mensenzoon moet omhoog worden geheven, zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn, opdat eenieder die gelooft in Hem eeuwig leven zal hebben (Joh. 3,14. Maar deze verheffing is ook het begin van de verheerlijking: na zich vernederd te hebben tot de kruisdood, is Jezus door de Vader hemelhoog verheven. Op deze dag zien wij gelovig op naar de Gekruisigde die alle mensen tot zich trekt. In dit opzien naar het kruis ligt ook de oorsprong van dit feest: aan de viering van de inwijding van de heilig Grafkerk te Jeruzalem (13 september 335) was de plechtigheid verbonden van het tonen van het heilig Kruis, dat ter verering werd opgeheven, zoals thans nog in onze kerken geschiedt op Goede Vrijdag.
Eerste lezing
Num. 21, 4-9
Ieder die door een slang was gebeten
en zijn ogen op de bronzen slang richtte, bleef in leven.
Uit het Boek Numeri
Van de berg Hor trokken de Israëlieten
in de richting van de Rietzee,
want zij wilden om Edom heentrekken.
Maar onderweg werd het volk ongeduldig.
Het keerde zich tegen God
en tegen Mozes:
„Hebt gij ons uit Egypte gevoerd om te sterven in de woestijn?
„Er is geen brood,
er is geen water
en dat minderwaardige eten staat ons tegen.”
Toen zond de Heer giftige slangen op het volk af.
Deze beten de Israëlieten
en velen van hen vonden de dood.
Nu kwam het volk naar Mozes en zei:
„Wij hebben gezondigd,
want wij hebben ons tegen de Heer en tegen u gekeerd.
„Bid de Heer,
dat hij die slangen van ons wegneemt.”
Toen bad Mozes voor het volk
en de Heer zei tot hem:
„Maak zo’n giftige slang en zet die op een paal.
Iedereen die gebeten is en ernaar opziet,
zal in leven blijven.”
Mozes maakte een bronzen slang
en zette die op een paal.
Ieder die door een slang was gebeten
en zijn ogen op de bronzen slang richtte,
bleef in leven.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Antwoordpsalm
Ps. 78 (77), 1-2.34-35.36-37.38
R: Laten wij nooit vergeten wat God heeft gedaan.
Luister, mijn volk, naar mijn onderrichting,
open uw oren voor wat Ik u zeg.
Een wijze les zal Ik u verhalen
die in het verleden verborgen ligt.
Zij zochten Hem enkel wanneer Hij hen sloeg,
dan zochten zij Hem rouwmoedig;
dan wisten ze weer dat de Heer hun rots was,
de Allerhoogste hun redder.
Maar met hun mond bedrogen zij Hem,
zij logen Hem voor met hun tong;
want innerlijk waren zij niet oprecht,
geloofden niet in zijn verbond.
Toch was Hij barmhartig, vergaf hun zonden
en roeide hen niet geheel uit.
Telkens opnieuw bedwong Hij zijn toorn
en hield Hij zijn gramschap in toom.
Tweede lezing
Fil. 2, 6-11
Hij heeft zichzelf ontledigd,
daarom heeft God Hem hoog verheven.
(Wanneer het feest op een weekdag valt wordt de eerste of tweede lezing genomen als eerste lezing en vervalt de tweede lezing.)
Uit de brief van de heilige apostel Paulus aan de christenen van Filippi
Broeders en zusters,
Hij die bestond in goddelijke majesteit
heeft zich niet willen vastklampen
aan de gelijkheid met God.
Hij heeft zichzelf ontledigd
en het bestaan van een slaaf op zich genomen.
Hij is aan de mensen gelijk geworden.
En als mens verschenen
heeft hij zich vernederd
door gehoorzaam te worden tot de dood,
tot de dood aan een kruis.
Daarom heeft God Hem hoog verheven
en Hem de naam verleend
die boven alle namen is.
Opdat bij het noemen van zijn naam
zich iedere knie zou buigen
in de hemel, op aarde en onder de aarde;
en iedere tong zou belijden,
tot eer van God de Vader:
Jezus Christus is de Heer.
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.
Vers voor het Evangelie
Alleluia.
Wij aanbidden en loven U, Christus,
omdat Gij door uw heilig Kruis de wereld hebt verlost.
Alleluia.
Almachtige God,
zuiver mijn hart en mijn lippen,
sterk mij om uw evangelie in eerbied te verkondigen.
Evangelie
Joh. 3, 13-17
De Mensenzoon moet omhoog geheven worden.
De Heer zij met u.
allen: En met uw geest.
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Johannes
allen: Lof zij U, Christus.
In die tijd zei Jezus tot Nikodemus:
„Nooit is er iemand naar de hemel opgeklommen;
tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald,
de Mensenzoon.
En deze Mensenzoon moet omhoog worden geheven
zoals Mozes eens de slang omhoog hief in de woestijn,
opdat eenieder die gelooft
in Hem eeuwig leven zal hebben.
Zozeer immers heeft God de wereld lief gehad
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan
maar eeuwig leven zal hebben.
God heeft zijn Zoon
niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen,
maar opdat de wereld door Hem zou worden gered.”
Woord van de Heer.
allen: Wij danken God.